Het dragen van lingerie is in lang niet alle gebieden in de wereld vanzelfsprekend. Ook is het dragen van lingerie niet altijd vanzelfsprekend geweest. Het dragen van lingerie is in Nederland vooral in de afgelopen eeuw populair geworden. Lingerie bestaat al veel langer, want de eerste gevallen voor het dragen van onderkleding bij vrouwen is bij de Griekse atletes. Deze atletes bonden een linnen doek rondom hun middel om hun borsten te steunen tijdens hun activiteiten. Tijdens het rennen en tijdens andere activiteiten hadden de vrouwen daardoor geen last van hangende of in de weg zittende borsten. Door de linnen doek waren ze dus minder beperkt tijdens hun handelen.

De lingerie in Europa kwam alleen veel later. In de middeleeuwen zijn vrouwen begonnen met het dragen van lingerie. Het dragen van lingerie was in eerste instantie alleen voor rijke vrouwen en is pas in de afgelopen honderd jaar voor iedereen toegankelijk geworden. In het begin droegen vrouwen een korset om hun lichaam te vormen en zo hun vrouwelijke eigenschappen te benadrukken. Dit korset werd dan onder andere gemaakt van ijzer of van repen walvishuid. Het was in deze tijd vooral belangrijk dat vrouwen platte borsten hadden en een dunnen middel.

Rond de achttiende eeuw veranderde het beeld van de platte borsten en begonnen vrouwen hun borsten omhoog te drukken en kregen ze meer ruimte om te ademen. Dit was het begin van een langzame verandering waarin vrouwen steeds meer mochten. De taille bleef echter smaller worden en halverwege de negentiende eeuw was de taille met veertig centimeter op haar smalst.

De twintigste eeuw was een eeuw waarin vrouwen steeds meer rechten kregen en ook steeds minder gebonden waren aan regels. Het lingerie design kreeg in deze eeuw meer aandacht dan ooit. Ook kwamen er steeds meer lingerie labels zoals Lola-Lou waardoor er voor elke vrouw wel een label is die bij haar past.